In 2017 verkoopt een dochtermaatschappij een woning met garage aan de zoon van de dga voor € 274.760, terwijl de WOZ-waarde € 398.000 bedraagt. De woning wordt al jaren verhuurd aan dezelfde zoon voor slechts € 1.200 per maand, zonder indexatie. De Belastingdienst beschouwt deze transacties als onzakelijk en wil een correctie van € 639.240 opleggen. Tijdens een hoorgesprek sluiten partijen een compromis op een waarde van € 567.000. De dga verklaart hierbij dat de woning slechts 160 m² groot is, terwijl de werkelijke oppervlakte 255 m² bedraagt.
De Belastingdienst erkent het compromis, maar beroept zich op dwaling. De inspecteur baseert zijn instemming op de uitdrukkelijke verklaring van de dga dat de woning 160 m² groot is en vergelijkbaar is met het buurpand. Een luchtfoto toont echter een grote uitbouw en een verbouwde garage, wat de werkelijke oppervlakte op 255 m² brengt. De inspecteur stelt dat hij het compromis onder juiste informatie nooit zou hebben gesloten. De dga vindt dat de Belastingdienst de werkelijke oppervlakte had kunnen achterhalen via openbare bronnen en zich beter had moeten voorbereiden. Hij stelt dat het compromis geldig is en dat de overeengekomen waarde rekening houdt met de verhuurde staat van de woning.
Het gerechtshof oordeelt dat het compromis geldig tot stand is gekomen, maar terecht vernietigd kan worden wegens dwaling door onjuiste informatie van de dga. De dga heeft tijdens het hoorgesprek bewust onjuiste informatie over de woonoppervlakte en verbouwingskosten verstrekt . Het grote verschil in cijfers maakt aannemelijk dat de overeenkomst bij juiste informatie niet zou zijn gesloten.
Het hof stelt dat de inspecteur voldoende onderzoek heeft verricht. Hij laat de woning taxeren, bespreekt beschikbare informatie en confronteert de dga met de oppervlakte van 255 m². De dga blijft vasthouden aan zijn onjuiste verklaring. Volgens het hof mag de inspecteur erop vertrouwen dat de dga, als vastgoed-ervaren directeur, de juiste feiten verstrekt.
Het hof bevestigt dat zowel de verkoopprijs als de huurprijs onzakelijk zijn. De zakelijke waarde van de woning en garage bedraagt € 914.000 en de zakelijke huurprijs € 3.250 per maand. Wel past het hof een korting van € 94.000 toe op de winstcorrectie vanwege beperkte waardedruk bij verkoop aan de huurder.
Bron: Gerechtshof Den Haag | jurisprudentie | ECLI:NL:GHDHA:2025:1513 | 08-07-2025
Laatste nieuwsberichten
Fiscaal compromis vernietigd door dwaling over woningoppervlakte
04-09-2025
Negatief loon bij bestuurdersaansprakelijkheid: wanneer is er echte verarming?
04-09-2025
Door lang wachten met transport geen nultarief
04-09-2025
Contributie als gift
04-09-2025
Kabinet dicht belastinglek in box 3 bij obligaties
28-08-2025
Terugvragen in 2024 betaalde buitenlandse btw
28-08-2025
Naheffing terecht, geen bewijs voor mondeling stopzetten van loon
28-08-2025
Waardedruk zelfbewoning bij waardering van bedrijfsgedeelte bij staking
28-08-2025
Cessie van verzekeringsaanspraak voorkomt belastbaarheid uitkering
21-08-2025
Controleer omschrijving van de activiteiten en nieuwe SBI-code bij KVK
21-08-2025